dinsdag 26 februari 2008

Prentenboek komt tot leven in Coppelia

‘Van een klassiek stuk moet je afblijven!’ De nieuwe opvoering van Coppelia door Het Nationale Ballet wekt nogal wat argwaan op bij oud-danser Joost. Hij vertelt me dat het klassieke ballet het enige stukje ballettraditie is, dat we in Nederland hebben, en dat moeten we zien te behouden…


Extra nieuwsgierig kijk ik dus uit naar de nieuwe versie van Coppelia. De voorpret begint al met artikelen in de krant over de bijzondere voorstelling. Het decor en de kostuums zijn bedacht door Sieb Posthuma. Hij is vooral bekend dankzij zijn werk als kinderboekenschrijver en illustrator, en heeft twee jaar lang aan de voorbereidingen van Coppelia gewerkt.

‘Coppelia’ gaat over Zwaantje die werkt in een juicebar. Ze is smoorverliefd op haar verloofde Frans, die werkt op de sportschool ernaast. Ze gaan morgen trouwen. Maar dan opent de schoonheidssalon CoppeliaClinics. De mooie Coppelia, de muze van de sinistere dr. Coppelius steelt Frans zijn hart. Frans besluit de kliniek in te gaan. Zwaantje en haar vriendinnen volgen hem stiekem. Daar ontdekt Zwaantje dat Coppelia een pop is. Dr. Coppelius wil Frans alleen maar gebruiken om Coppelia nog meer leven in te blazen, maar dank zij Zwaantje weet het stel te ontsnappen. Uiteindelijk trouwen ze: de bruiloft wordt gevierd en iedereen is gelukkig.





Het decor is overweldigend: als je binnen komt in het theater kijk je naar een enorme tekening, die toch het meeste weg heeft van een kindertekening. Als dit doek open gaat, begint het feestje pas echt. Deze uitvoering van Coppelia is een prentenboek dat tot leven komt! Het decor is gemaakt uit grove schetslijnen; dit versterkt het gevoel dat je je in een stripverhaal begeeft. Het is net een sprookje. Het ballet bestaat uit drie aktes, alle drie met een heel eigen decor en sfeer. Het decor van de eerste akte laat het stadje uit het verhaal zien. Je ziet een juicebar, een sportschool en een enorme zak, die bij de onthulling van het gebouw naar boven wordt geheven. Het stadje straalt voor de opening rust en vredigheid uit: iedereen is blij en gelukkig. Dr. Coppelius verstoort die rust plotseling. Zelfs in het kleurgebruik van de kostuums is het onrustig: alle dansers dragen pastelkleurige kleding, maar de assistentes van dr. Coppelius zijn gekleed in hard roze kostuums met zwarte latex laarzen. In de tweede akte is de schoonheidssalon van binnen te zien. Het blijkt een huiveringwekkend laboratorium te zijn, waar de lichaamsdelen gewoon aan het platfond hangen. Opvallend is de enorme kast waaruit poppen te voorschijn komen en weer in verdwijnen. In de derde akte is de trouwerij te zien, tussen de bomen staat een kapelletje, waar Zwaantje en Frans in trouwen.

De rol van Zwaantje wordt gedanst door Igone de Jongh. Ze is een van de beste danseressen in Nederland, en dat bewijst ze ook in deze rol. Ze betovert het publiek, en niet alleen door haar danskwaliteiten, maar ook zoals een echte ster dat hoort te doen: door haar gehele performance.

Ik vond de voorstelling prachtig! Joost heeft me gevraagd om langs te komen, om te vertellen hoe ik de voorstelling vond. Ik ga hem vertellen dat het klassieke ballet op geen enkele manier te kort wordt gedaan met een voorstelling als die van Coppelia. Het klassieke ballet komt echt tot zijn recht in de voorstelling, en het decor en de kostuums brengen de voorstelling zelfs op een hoger niveau!


Gezien 23 februari in Het Muziektheater, Amsterdam

Rolverdeling:
Igone de Jongh als Zwaantje
Jozef Varga als Frans
Mathieu Gremillet als dr. Coppelius
Natalia Hoffmann als Anna Marx
Natasja Lucassen als Coppelia

vrijdag 8 februari 2008

‘Haantjesgedrag in Parels’

De voorstelling ‘Parels’ is een jubileumvoorstelling ter ere van het 15-jarige bestaan van het dansgezelschap Conny Janssen danst. Voor de voorstelling geeft Jan Zobel een inleiding. Als verrassing is Conny Janssen óók bij de inleiding. Jan Zobel vraagt waarom juist deze choreografieën zijn gekozen voor de jubileumvoorstelling. Het eerste deel ‘Sorrowful Songs’ is gekozen, omdat het een duidelijk beeld schetst van de eigen danstaal van Conny Jansen. Het is een choreografie die is teruggebracht tot de essentie van de dans: pure dansbewegingen. Het tweede deel ‘Two’, dat bestaat uit drie duetten, is gekozen omdat duetten altijd een belangrijke plaats innemen in haar voorstellingen. Het derde deel ‘Rebound’, is een choreografie voor vijf mannen. Conny Jansen geeft bij het maken van voorstellingen de voorkeur aan mannelijke dansers. “Grappig”, vindt Jan Zobel, want Conny maakt toch vooral vrouwelijke choreografieën? De mens met zijn gevoelens en gedachten staan centraal, haar dansers zijn van vlees en bloed. En hoewel Conny zich niet aan deze uitspraak durft te wagen, is het wel waar dat in haar choreografieën de mens centraal staat.

Het eerste deel ‘Sorrowful Songs’ is een choreografie voor acht dansers, en vind zijn oorsprong in de voorstelling ‘oktober’. Opvallend is het mooie theatrale beeld. De dansers zijn sober in het zwart gekeeld. Maar de coulissen zijn weggehaald en er hangen staalkabels waarachter de dansers verdwijnen. Conny Jansen heeft van tevoren altijd al een beeld in haar hoofd, hoe het er uit moet zien. En dat blijkt ook: het is een mooi theatraal beeld dat tot in de puntjes is verzorgd. Het derde deel ‘Rebound’ is een choreografie waarin vijf mannen voordurend de beste, machtigste of grappigste willen zijn. Het gedrag is nog het best te omschrijven als ‘haantjesgedrag’, dat zorgt voor een erg komisch stuk. Ook het decor zorgt voor grappige taferelen, het bestaat uit drie witte wanden/blokken, die staan als een kamer, met een openwand naar het publiek toe. In de wanden zitten enorme gaten en uitsteeksels, waaraan de mannen als aapjes slingeren of juist heel braaf hun boterhammetje eten. Achter de wand zit een trampoline, die is verwerkt in de choreografie. Die zorgt voor hoge sprongen en schaterend gelach van het publiek.