maandag 20 april 2009

Springdance: een ode aan Pina Bausch

Het festival Springdance viert dit jaar haar vijfentwintig jarig bestaan jubileum. Jarenlang gold het festival als een voorvechter van de presentatie van de hedendaagse dans. De naam van het festival is een ode aan de legendarische choreograaf Pina Bausch. Gedurende de voorstelling ‘Rite of Spring’ van choreograaf Pina Bausch in 1982, zat artistiek leider van het festival George Brugmans achter haar. Hij verwonderde zich dat Bausch zo fanatiek zat te schrijven bij een voorstelling die al zo vaak was opgevoerd. Als een eerbetoon gaf hij het festival de naam ‘Springdance’, dat was afkomstig van de titel van diezelfde voorstelling ‘Rite of Spring’. Nog steeds presenteert Springdance hedendaagse dans uit zowel binnen- als buitenland. Artistiek leider Bettina Musauch richt zich bij het vijfentwintigjarig jubileum ook op iconen uit het verleden. Niet verwonderlijk is dan ook de keuze voor de openingsvoorstelling ‘Lutz Förster’ van Jérôme Bel. De voorstelling is een solodansvoorstelling van Lutz Förster, ooit danser bij onder andere José Limón Dance Company en Tanztheater Wuppertal van Pina Bausch. Zo vormt deze openingsvoorstelling indirect ook een ode aan de choreografe.
Na een welkomstwoordje van de artistiek leider Bettina Musach, komt Lutz Förster op in een driedelig pak, hij begint aan een beknopte autobiografie. In een vogelvlucht neemt hij het publiek mee van zijn school Folkwang Hochschule Essen, naar het Tanztheater Wuppertal van Pina Bausch, naar José Limón Dance Company en naar een uitdagende voorstelling van Robert Wilson. Lutz Förster is niet alleen een benadigd danser, zo blijkt al snel: de charmeur pakt het publiek in vanaf het begin met zijn acteerwerk. Anekdotes, repetities en voorstellingen passeren de revue. Hoewel dit een voorstelling is waarin veel wordt verteld, danst de oude coryfée ook. Met een lichaam dat niet meer zo soepel is, weet Lutz Förster tóch te overtuigen. Een klassiekere choreografie van José Limón gaat wat strammer, maar Lutz Förster blinkt nog steeds uit in een solo van Pina Bausch. Hilarisch is de anekdote waarbij de normaal toch strikte Robert Wilson Lutz Föster een aparte opdracht geeft: hij moet al dansend zorgen dat hij zwart opkomt en wit af gaat. Levendig kun je je voorstellen wat een moeite dat moet hebben gekost…

De lichten gaan weer aan, verbouwereerd proest mijn vriendin uit: ‘Is het nu al afgelopen? Ik dacht dat we hier hoogstens een kwartier zaten.’ Dát is precies het gevoel dat ik ook heb. Met een brede glimlach lopen wij dan de schouwburg uit. Wat was dit een goede voorstelling!
Lutz Förster, concept en regie Jérôme Bel
met fragmenten uit stukken van: Pina Bausch (Kontakthof, 1980 - Ein Stück von Pina Bausch, Nelken, Ahnen, Für die Kinder von gestern, heute und morgen), José Limón (The Moor’s Pavane).

Gezien 16 april, Schouwburg Utrecht
Nog tot en met 26 april: http://www.springdance.nl/

zondag 5 april 2009

Festival Cement: Hollywood of meedrijven op het echte leven?

Door de enorme rookwolk van een pas ingeslagen bom is een gehavende hotelkamer te zien. Een veelbelovend toneelbeeld van de toneelvoorstelling Hotel Al Awali, een van de voorstellingen op Festival Cement in Maastricht. Het is een voorstelling over drie personen: een cameravrouw, een presentatrice en een geluidsman. Samen zitten ze in de hotelkamer, daarbuiten is het oorlog. Er heerst angst en chaos. Om hen vallen bommen en het hotel is omgeven door troepen strijders. De drie journalisten zijn op elkaar aangewezen, het leidt tot spanning, irritatie en onbegrip. Ze proberen zich staande te houden: ieder op zijn eigen manier.
De geluidsman is de stille hoop, hij werkt met zendapparatuur en probeert zo contact te maken met de buitenwereld. De presentatrice daarentegen ratelt aan één stuk door, zo probeert ze haar angsten te maskeren. Weemoedige verhalen over Hollywood, over Julia Roberts die altijd acteert, zelfs als ze niet aan het acteren is, overstemmen het oorlogsgeweld. De verslaggeefster verlangt terug naar het oppervlakkige Hollywood bestaan, naar de altijd aanwezige nonchalance en de grote zonnebrillen. De cameravrouw is niet bang, ze is er heilig van overtuigd dat zij niet door het geschut getroffen zal worden, ze gaat naar buiten en doet verslag. Ze maakt beelden die misschien wel nooit aan de buitenwereld getoond zullen worden, maar waarom? Ze leeft vanachter een camera in constante strijd met zichzelf. Ze is met haar camera op zoek naar de werkelijkheid, maar hoe ver kan ze daarin gaan? Wat mag je in een oorlog eigenlijk filmen? Drie personages op zoek naar antwoorden: hoe moeten ze in een oorlog handelen? Het is een constante strijd: Hollywood of meedrijven op het echte leven? De regisseur Tanya Hermsen weet op een pakkende manier de personages neer te zetten.

Liesje Backer, de ratellende Hollywood presentatrice, bombardeert de toeschouwers met een vermoeiende snelheid met verhalen en nietszeggende weetjes. Komisch is het oppervlakkige geratel over de wereld van het nep; bittere angst, wanhoop en onmacht schuilen erachter. Op subtiele wijze wordt de toeschouwer meegenomen in een uitzichtloze en verstikkende situatie.

In een bijna angstwekkende rust voel je de roeping van de cameravrouw gespeeld door Karlijn Sileghem: de wereld, de keiharde realiteit laten zien. Maar ook hier heerst twijfel: wat mag je in een oorlog laten zien?

De geluidsman reageert met de verveling van een ongeïnteresseerde puber op de doorgeschoten emoties van zijn collega’s. Het personage blijft echter onderbelicht, vanachter zijn apparatuur probeert hij contact te maken met de buitenwereld. Ironisch genoeg lukt het niet, waar de toegewijde actrices wél contact maken met het publiek.

Ook in Er zal iemand komen overheersen angst en onzekerheid. In een decor van houten pallets en een tuinbankje heerst niet de angst voor een oorlog, maar voor eenzaamheid en ongeluk. Een man en een vrouw zoeken naar geluk en houden zich krampachtig vast aan hun fantasiebeeld. In een oud en verlaten huis ver van de buitenwereld proberen ze dat geluk te vinden. Ze hebben alles en iedereen achter gelaten, ze willen alleen en met zichzelf gelukkig zijn. Toch is het van het begin duidelijk: ‘er zal iemand komen’, iemand die het geluk ruw zal komen verstoren. De verkoper van het huis blijkt de boosdoener. Met een op het eerste gezicht naïeve onschuld weet hij op een gluiperige manier te zorgen voor opschudding en wantrouwen.

Zie: http://www.diederikpaauwe.nl/test/08-09-05/

Er zal iemand komen is een tragikomische voorstelling van het theatermakercollectief Arnoldussen, Kaat en Korevaar. Een voorstelling zonder versiersing met de nadruk op de tekst van de Noorse schrijver Jon Fosse. De acteurs hebben weinig handelingen, met de tekst vertellen ze op een geloofwaardige manier hun verhaal. In de tekst zitten veel herhalingen, het duidt op de verbeten zoektocht naar het geforceerde geluk. De verkoper - die alle angsten bevestigt - werkt op de lachspieren. De bandiet weet ondanks zijn slinkse manier van handelen, het publiek voor zich te winnen door zijn platte accent en zijn simpele gedrag. De man en vrouw trekken tenslotte aan het kortste eind, het is een voorstelling over angst, maar méér nog over hoe angst de mens in zijn greep kan houden.


Gezien 3 april 2009 in Maastricht tijdens Festival Cement


Hotel El Awali, productiehuis Brabant

Tekst Hans den Hartog Jager

Regie Tanya Hermsen


Er zal iemand komen, theatermakercollectief Arnoldussen, Kaat
en Korevaar

Tekst Jon Fosse (Noorwegen)

Met een dankjewel aan Raymond Frenken!