zondag 4 januari 2009

“Actors were little more than vagabonds”

Het is eenendertig december, en min drie graden in Londen. Op het BBC journaal wordt gesproken van stevige vorst. Genoeg reden voor de vrijwilligers van Shakespeare’s Globe theater om aan iedereen warme bisschopswijn te schenken voordat de rondleiding begint. ‘Om u op te warmen tegen de kou buiten’. De rondleiding start met een voorproefje van de Engelse humor die we volop gaan horen. “Wie is er gekomen omdat hij van theater houdt?’ ‘Wie is er gekomen omdat hij van Shakespeare houdt?’ ‘Wie is er gekomen omdat hij niets beters te doen had eenendertig december?’ Dan..‘wie is er gedwongen?’ En ja hoor! Er zijn twee kinderen die gedwongen aanwezig zijn, al beweert hun vader dat ze ‘helemaal vrijwillig’ zijn meegekomen…. De kinderen mogen vóórop het theater in.

De gids vertelt dat de Amerikaanse acteur Sam Wanamaker naar Engeland kwam, om te kijken hoe zijn grote held Shakespeare vereerd werd. Wat hij vond… één steen in een brouwerijmuur in Londen waarop Shakespeare stond, met verkeerde data. Sam Wanamaker neemt zich voor om het groter en beter te doen, zoals het een echte Amerikaan betaamt. Hij neemt het initiatief om het Shakespeare theater ‘The Globe’ weer op te bouwen. Sinds de grote Londen brand in 1666 – die drie dagen duurde en meer dan 13.000 huizen vernietigde - zijn rieten daken verboden. Nu is ‘The globe’ het enige gebouw in Londen met een rieten dak. The Globe is een grote O met een rieten dak en open binnenplaats; het hele theater is van hout. En doordat het gebouw hetzelfde akoestische principes heeft als een viool hebben acteurs nooit een microfoon nodig.

In ‘The Globe’ krijgt acteren een heel eigen invulling. De goedkoopste plaatsen zijn de open staanplaatsen middenin het theater, heel dicht bij het podium. De acteurs zíen dus alle toeschouwers; Shakespeare maakte geen theater voor de toeschouwers in het donker. Hij maakte theater waarbij de acteurs heel direct met de toeschouwers communiceren. De toeschouwers kunnen schreeuwen en reageren. De rijkste toeschouwers zaten boven naast de muzikanten áchter het toneel. “Zegt u dat u naar Shakespeare gaat kijken?”, vraagt Jessica. “De Engelsen zeggen dat je naar Shakespeare gaat luisteren. Dat kan daar boven het beste”, zegt de gids. De acteurs stonden overigens niet in hoog aanzien. ‘Actors were little more than vagabonds’. Shakespeare maakte zijn voorstellingen voor een ongeletterd publiek. Gids Jessica zegt fijntjes: “Denkt u daar vooral aan, als u het niet snapt”.

Website van het theater:

http://www.shakespeares-globe.org/

Virtuele tour:

http://www.shakespeares-globe.org/abouttheglobe/virtualtour/

Het publiek stinkt !

Het staande publiek in het midden van theater The globe bestond vroeger ‘overheersend uit arbeiders’ die voor een penny kwamen kijken. Je kunt je wel voorstellen, met de hygiëne van vroeger, hóe een volgepropte binnenplaats met 700 toeschouwers…., zei gids Jessica van Shakespeare’s Globe. Haar gezicht sprak boekdelen. Het was een “stinkend penny publiek”. Maar zó noemen ze de toeschouwers nú niet meer. Zo’n 150 jaar geleden was Londen met 2,4 miljoen inwoners de grootste stad van de wereld. Er is zojuist een vertaling* verschenen van The Ghost Map van Steven Johnson. Hij beschrijft de komst van het watercloset en de explosieve toename van het waterverbruik. Citaat: “Toen ik bij een huis door de poort liep zag ik dat de binnenplaats als gevolg van een overstromend privaat helemaal bedekt was met een vijftien centimeter dikke laag uitwerpselen. Er waren stenen neergelegd om de bewoners droogvoets over de binnenplaats te laten gaan.” Gedver! Nog een interessant feit: een voorstelling koste op de binnenplaats één penny. Maar dat was ééntwaalfde van het weekloon.

* Londen, spookstad. Hoe een cholera-epidemie de wetenschap, de steden en de moderne wereld veranderde. Uitgeverij Meulenhoff, auteur Steven Johnson.

Twee Notenkrakers: totaal verschillend en toch hetzelfde

Ik stap het theater ‘Coliseum’ in Londen binnen met een kaartje voor de Notenkraker. Het vriest buiten en ik heb een lekker dikke wintertrui aan. Het eerste dat ik zie zijn… galajurken. O nee, ik schrik: dat had ik niet verwacht! Ik hoop maar dat er ook mensen zijn met warme wintertruien. Ik ben te vroeg en lees in het programmaboekje, het ziet er veel belovend uit! Prachtige foto’s, met enorme decors. Er staat (heel grappig): ‘It was the best ballet I have ever seen, and I have seen lots of ballets!’ Kathryn Piekarski (11) Cheshire. Het klopt. Het is zeker indrukwekkend! Dit heb ik in Nederland nog nooit gezien. Een honderd jaar oud theater, prachtige decoraties op de wanden. Alleen in dit theater zitten is al een hele belevenis! Er zijn balkons aan de beide zijden van het podium, vanuit de balkons kun je zowel het podium bekijken als de zaal. Vroeger was het ‘gezien worden’ minstens zo belangrijk als het zien. Nu nog zijn het duurdere kaartjes. Er zitten families aan de champagne, op één balkon krijgt een jarige dochter cadeautjes. Gelukkig zie ik meerdere wintertruien in de zaal, toch blijft het verwonderlijk hoe sommige bezoekers zich hebben uitgedost. Galajurken, nette pakken en hoge hakken kun je in de zaal zien. Zelfs kleine meisjes van een jaar of acht dragen hoge hakken. Het lijkt wel alsof ze naar een première gaan… De Notenkraker is een klassiek ballet zoals klassiek ballet behoort te zijn: danseressen die ontzettend lenig zijn en immense sprookjesdecors waarbij je kunt wegdromen. Opvallend zijn de vele verhaallijnen binnen de voorstelling: kleine verhaaltjes binnen het verhaal. Zo is een opa-tje verliefd op een jonge balletdanseres. Hoewel hij normaal met een rollator loopt, haalt hij voor de jonge danseres wonderbaarlijke acrobatentoeren uit. Iets dat in de originele Notenkraker helemaal niet van toepassing is. Wáár je ook kijkt, er gebeurt enorm veel op het toneel. Deze voorstelling van het English National Ballet met veel dansers, live orkest muziek en veel verschillende decors is overrompelend!

Enkele weken terug heb ik de Notenkraker van het Scapino ballet in de schouwburg van Rotterdam gezien, iets totaals anders. Het is een van de drie Notenkrakers die afgelopen kerstperiode in Nederland te zien waren. Scapino’s Notenkraker was een modern ballet, met een sober decor. De eerste avondvullende voorstelling van choreograaf Marco Goecke. Bij de inleiding van de voorstelling worden we gewaarschuwd dat het geen klassiek ballet, met enorme decors en kostuums zal zijn. De voorstelling is wél een feest van herkenning: kinderlijke fantasieën in een donkere slaapkamer. Het podium is niet geheel verlicht, en blijft de hele voorstelling vrij donker, net als in de slaapkamer. Rond het podium staan in een u-vorm allemaal linnenkasten. Uit de linnenkasten komen enge muizen, als in een nachtmerrie. Maar ook verschijnen er lichtjes en kaarsjes. Voorzichtig en klein, net als het kleine slaaplichtje dat er voor zorgt dat het nooit echt donker wordt. Een ultieme kinderdroom met snoepjes die uit kasten storten, en een enorme teddybeer die door de slaapkamer loopt. Marco Goecke (foto) is een heel eigenzinnige choreograaf. Je herkent zijn choreografieën meteen: een choreograaf met een heel vernieuwend concept. In de moderne dans is het niet gebruikelijk om met de armen te dansen, Marco Goecke laat als een van de eerste wel met de armen dansen.

De Notenkraker is een ballet uit 1892 op muziek van Pjotr Iljitsj Tjaikoskvi.

De Notenkraker, Scapino Ballet, Schouwburg Rotterdam, 14 december 2008
Choreografie Marco Goecke, dramaturgie Anja von Witzler, met o.a. dansers Mischa van Leeuwen, Ralitza Malehounova, Annemarie Labinjo- van de Meulen en Min Li.

The Nutcracker, English National Ballet, London Coliseum, 29 december 2008
Choreografie Christopher Hampson, met o.a. dansers Lisa Probert, Fabian Reimar, Adela Ramirez en James Forbat.