zaterdag 28 maart 2009

Vier temperamenten: soberheid overtuigt

Vier temperamenten is een dansvoorstelling waarin de muziek erg belangrijk is. Het programma bestaat uit vier choreografieën. Bij elk van hen is de muziek op verschillende manieren erg belangrijk. De balletten van vier verschillende choreografen worden uitgevoerd door de het Nationale Ballet.

Het programma begint met een choreografie van de in 1983 overleden Russisch-Amerikaanse choreograaf Balanchine. Van hem werd gezegd dat hij muziek ‘zichtbaar’ maakte in de dans. Met een enorme muzikaliteit maakte hij zijn dansen door heel goed naar de muziek te luisteren. Doordat hij het academisch ballet moderniseerde, werd hij een van de grootste dansvernieuwers van de vorige eeuw. In uiterst eenvoudige kleding, pronken de dansers van het Nationale Ballet in de choreografie ‘De vier Temperamenten’, die niet aan kracht heeft ingeboet. De sobere choreografie met heldere geometrische lijnen verbluft nog steeds. De hoge, snelle en impulsieve beenbewegingen geïnspireerd op het snelle Amerikaanse leven en de heup- en bekkenbewegingen uit de jazz- en showdans zorgen dat Balanchine’s choreografieën nog altijd veel navolging krijgen onder andere choreografen.


Geregeld noemt Hans van Manen Balanchine als een van zijn grote voorbeelden. Hij zegt daarover: ‘Als ik in de studio ben, kijkt Balanchine altijd over mijn schouder mee.’ En inderdaad: ook in de choreografie Concertante van Van Manen wint soberheid en ijzersterke logica. Hij heeft echter wel een prachtige eigen danstaal ontwikkeld. Concertante is de laatste choreografie van het programma ‘De vier temperamenten’. Fiere dansers bewegen zich over het podium; er heerst een spanning. Ook Hans van Manen overtuigt met een heldere en even simpele, maar o zo kloppende choreografie.

Dan zijn er ook twee wereldpremières te zien in het programma. Een wereldpremière van de choreografe Dominique Dumais en van de choreograaf Martin Schläpfer. Schläpfer is duidelijk geinspireerd door Hans van Manen. Ook in zijn werk overheerst eenvoud, maar wat vooral opvalt zijn de ingenieuze trio’s van de dansers. Waarbij op geen enkel moment sprake is van een driehoeksverhouding: alle drie de dansers vormen een geheel, waar de armen en benen uitsteken, en het niet duidelijk is van welke danser de armen en benen nou eigenlijk zijn. Toch overtuigt Schläpfer minder dan zijn grote voorlopers Balanchine en Van Manen. Misschien ook niet helemaal eerlijk: want die overtreffen is (vrijwel) onmogelijk.

Tenslotte is er ook een wereldpremière van de jongste choreografe: Dominique Dumais. Haar werk is totaal anders dan de andere balletten van het programma. Waar de anderen allemaal werken met een blauw achterdoek, heeft zij een decor: Er hangen enorme mobiles in de lucht, met aan elk uiteinde een stoel, en in het midden een tafel. Ook hangen er stroken aan de achterkant van het toneel, die, zoals later zal blijk, zullen dienen voor de dansers om schuin naar boven te lopen en weer terug naar beneden te glijden. De dansers dragen luchtige kostuums. Elke danser draagt iets anders, terugkerend zijn de bloemendesigns. Op de ritmische woorden van de schrijfster Virginia Woolf, bewegen de dansers zich in een rustgevende flow voort. Een mooie choreografie.

Eerste foto: Sascha Radetsky
Tweede foto: Michele Jimenez en Jozef Varga
Derde foto: Seh Yun Kim, Mathieu Gremillet, Juanjo Arques
Vierde foto: Anu Viheriänta

Gezien in Amsterdam 21 maart 2009
Nog te zien tot en met 5 april

zondag 15 maart 2009

Try out Romeo en Julia: het moet allemaal mooi in elkaar gaan passen


De eerste try-out van Romeo en Julia van het Nationale Toneel. Ik zit al vroeg in de zaal: midden op het eerste balkon, een prachtige plaats. Om me heen veel geklets: kreten van bezoekers die elkaar herkennen en opgewonden stemmen van mensen die het programmaboekje zitten te bestuderen.

De voorstelling begint: Romeo en Julia in een modern jasje. Een voorstelling met Marwan Kenzari als Romeo en Sophie van de Winden als Julia. In de voorstelling ligt de nadruk op de humor die Shakespeare in de tekst heeft gestopt. Want de voorstelling blijft dicht bij de originele tekst. Het is een ‘ambachtelijke’ voorstelling: de spelers zetten een degelijke voorstelling neer. Echt verassend is de voorstelling nooit. Er zijn veilige keuzes gemaakt: deze voorstelling kan veel mensen aanspreken. In het stuk blinken twee acteurs uit: Mirjam Stolwijk zet op een komische manier de voedster van Julia neer, een volkse vrouw die maar al te graag kletst. En Jeroen Spitzenberger als Mercutio, de vriend van Romeo. Hij maakt van het personage op sommige momenten bijna een platte corpsbal.

Omdat ik Romeo en Julia heb gelezen vóór de try out, vallen foutjes en versprekingen mij op. Zoals de acteur die al begint te antwoorden, vóórdat de ander is uitgesproken. Maar daar zijn nu juist try outs voor, ze zijn onderdeel van het creatief proces. Zó weten de theatermakers waar ze aan moeten werken. Het onwennige publiek in de try-out is echter irritant. Er blijken veel toeschouwers te zijn die een kaartje hebben gekregen via vrijwilligerswerk en andere organisaties. Ik zit naast twee oudere vrouwen die bij iedere kreet van de acteurs ‘oe!’ en ‘aah!!’ roepen. En dan hoor ik ze in de pauze tot mijn verbazing tegen elkaar zeggen: ‘Wat een geschreeuw hè?’ Tja… Ook op een andere plek op het balkon zit een onrustige mevrouw: ze is haar tas kwijt. Heel vervelend. Maar als ze spontaan begint te roepen dat ze haar tas kwijt is naar een vriendin midden in de zaal beneden, is dat voor de acteurs op het podium én bezoekers ronduit irriterend. Dat gun je de theatermakers niet!

Schilderij Jan van den Berg

Romeo en Julia van Het Nationale Toneel
Regie Johan Doesburg
Dramaturgie Karin Ameur
Decor Niek Kortekaas
Te zien tot 13 juni 2009

Meer weten? http://www.nationaletoneel.nl/voorstellingen/romeo-en-julia-inhoud.html