maandag 24 december 2007

Wende Snijders: van ‘tapdansende koe’ tot stralende ster

Zangeres Wende Snijders ’speelt’ met het publiek en heeft ontzettend veel charisma. Afgelopen zaterdag zag ik de theatershow ‘Wende’. Als ze zingt lijkt de tekst en de invulling op het moment vanzelf te ontstaan: spontaan en eerlijk.

Edith Piaf is één van de Franse helden van Wende Snijders (“die stem en die performance!”)

Wendes internationale debuut was in 2003 op een rondvaartboot met een snel geregelde saxofonist (“er waren geloof ik drie mensen op die rondvaartboot, en ze keken me aan alsof ze een koe zagen tapdansen”)

Parijs is de plaats waar Wende in Frankrijk naar verbannen mag worden (“maar dan wel naar de wijken waar het ’s ochtends naar espresso en parfum ruikt”)

De melodie van het Frans is haar grootste liefde (“de zachtheid en de hardheid, in het Frans kun je vuur spuwen en strelen”)

Wende lijkt al lang niet meer op ‘de koe die tapdanst in een rondvaartboot’, de hele zaal is verliefd op haar. Haar Franse chansons ‘spuwen vuur en strelen’, en écht niet alleen door de Franse taal, maar vooral Wende zelf spuwt vuur, en kan met het zelfde gemak het publiek verwennen met haar strelende stem. Na een staande ovatie, trakteert Wende de zaal nog op twee liedjes. Gelukzalig zakt het publiek weer terug in de stoelen. Ook ik zou het niet erg vinden om naar Parijs verbannen te worden. Naar een Parijse bar waarin de barman en bouwvakkers, vlak voor hun werk, het nieuws uit de krant heftig bediscussiëren onder het genot van een kopje espresso.


In het tijdschrift ‘Leven in Frankrijk’ staat een interview met Wende Snijders. Ze is zangeres en studeerde aan de kleinkunstacademie van Amsterdam. Cursief vier sfeerimpressies uit het interview.

Website: http://www.wende.nu/

vrijdag 7 december 2007

Gezichtsbedrog en magie

Achter een enorme witte wand steekt een hand, een voet en nog een hand. In de choreografie ‘Sleepless’ van Jirí Kylián lijken lichaamsdelen los van het lichaam te leven. Het is een choreografie waarin gezichtsbedrog en magie centraal staan. Jirí Kylián speelt met het decor en de dansers en maakt er bijna een goochelshow van. Je wordt keer op keer verrast en het is soms bijna vervreemdend. De regels van de zwaartekracht lijken te worden overtreden. Maar het is niet alleen een spel of een goochelshow. De choreografie van ‘Sleepless’, waarin constant twee dansers een pas-de-deux dansen, is ook gevoelig en intiem. Jirí Kylián zorgt in de choreografie telkens voor afwisselingen: plotselinge staccato bewegingen en ook vloeiende.

Jírí Kylián maakte Sleepless speciaal voor Nederlands Dans Theater II, het gezelschap voor jonge dansers tot en met 23 jaar.

Bekijk een klein deel van Sleepless op You Tube:


De Nederlandse Programma Stichting NPS heeft een uitstekende dans-website:
http://sites.nps.nl/jerome/templates/dans/welcome.html

vrijdag 30 november 2007

Hoe populair kun je dans maken?

Maurice Béjart: ‘Succes is nooit mijn doel geweest’

Jongeren die nauwelijks twee minuten geboeid kijken naar historische balletfragmenten, komen massaal naar dansvoorstellingen in een groot voetbalstadion. Het lijkt een onmogelijke opgave, toch lukte het choreograaf Maurice Béjart om met zijn populaire ballet grote groepen mensen kennis te laten maken met dans.

Béjart combineerde de klassieke ballet techniek met sensueel heupswingen en exotische dansstijlen. Hij gebruikte daarbij nauwelijks decor en kostuums om een groot publiek te bereiken. Hoe hem dat lukte, legt hij in een vraaggesprek in Knack als volgt uit: ‘Ik houd me geen seconde bezig met dat soort vragen. Dat is mijn probleem niet. Ik werk, keihard, al heel mijn leven. Ik maak dingen waarvan ik houd. Dingen die ik mooi vind. Mensen komen ernaar kijken, er is lof, er is kritiek, maar van dat hele post-gebeuren lig ik geen moment van wakker. Succes is nooit mijn doel geweest. Absoluut niet.’ Hoewel Béjart een breed publiek bereikte, hadden mensen ook kritiek op hem: hij zou aan choreografisch machtsvertoon doen en dure kitsch maken.

Maurice Béjart maakte enorm vernieuwende/populaire dansen. Hij eiste van zijn dansers altijd een hoogtechnische klassieke basis, hij legde de lat altijd heel hoog. Hij had dus wél oog voor de traditionele danstraditie. Betekent dat niet dat hij weet waar hij het over heeft en weet waar de grens ligt tussen kunst en kitsch?



Maurice Béjart stichtte in 1960 het Ballet van de XXste Eeuw in Brussel. Sinds 1987 werkte hij in Zwitserland als artistiek leider van het ‘Béjart Ballet Lausanne’. Hij won in 1974 de Erasmusprijs. Een week geleden is Maurice Béjart op 22 november 2007 overleden op 80-jarige leeftijd.

Bekijk Béjarts’ Ballet for Life op You Tube:

http://nl.youtube.com/watch?v=K5crrernfAY


zaterdag 3 november 2007

Vijf vrachtwagens vol, drie dagen bouwen!

‘The sleeping beauty’ is de grootste klassieke voorstelling die ik ooit heb gezien. Vanaf het moment dat de gordijnen open gaan tot de laatste buiging wordt het publiek verwend: grootste decors, overweldigende kostuums en prachtige dansers.

In de publieksinformatie staat dat er vijf volle vrachtwagens voor nodig waren om alles te vervoeren. En in plaats van één bouwdag (het gebruikelijke) had de theatertechniekploeg drie dagen nodig om alles op te bouwen.

De kostuums en het decor zijn in de barokstijl: groots en overweldigend. Ook de choreografie van Marcia Hadée, naar Marius Petipa, voldoet helemaal aan het klassieke plaatje.

De voorstelling lijkt aan ieders verwachtingen van een klassiek ballet te kunnen voldoen: de echte danskenners kunnen hun hart ophalen aan de schitterende techniek van de dansers. Maar ook bezoekers zonder verstand van dans hebben een fijne avond. De voorstelling is een verhalend ballet dat erg theatraal gespeeld wordt. Iedereen snapt het. Misschien komt het daardoor dat de voorstelling een bepaald soort publiek trekt: middelbare dames van goede komaf.











Ballet van Vlaanderen, Sleeping Beauty
Dansers :
Aki Saito als prinses Aurora
Wim Vanlessen als prins Désiré
Choreografie :
Marcia Haydée
Muziek van Pjotr Tsjaikowski:
Nationaal Orkest van België o.l.v. Brett Morris

zondag 21 oktober 2007

Guerilladans: verrassend en vervreemdend

Terwijl mensen op koopavond door de drukke winkelstraat lopen, op zoek naar een paar nieuwe schoenen of een warme trui, zien ze ineens guerilla-dansers. Guerilla is een verkleinwoord dat komt van guerra (oorlog). Het zijn ongeregelde en onverwachte operaties in vijandelijk gebied door militairen. De guerilla-dansers opereren tussen het winkelende publiek.

Een roze varkentje nodigt mensen uit om mee te dansen. Een mevrouw danst enthousiast mee… totdat het varkentje met beide benen een hele hoge sprong maakt. “Ja dag!” roept de mevrouw. Als ze uiteindelijk goed heeft meegedanst krijgt ze een rode roos van het varkentje, als beloning.

Het meest onverwacht was een groep dansers die het winkelende publiek verrasten door niet herkenbaar als dansers opeens te gaan draaien en rennen door de menigte heen. Het werkt vervreemdend en mensen snappen het vaak niet: ‘Die mensen hebben ook niets te doen hè?’ Dat is eigenlijk best grappig, want als hetzelfde in het theater wordt gedaan is het kunst.

Met ontzettend lange armen kruipen slaapwandelende dansers door de stad.


Deze dansers lopen door de stad met enorme ballonnentrossen boven hun hoofd door de stad. De dansers kunnen het gevecht met de zwaartekracht ieder moment verliezen, spannend!

Als meneer (links) muziek laat horen, begint de robot te dansen.

De robot wordt daarbij op afstand bestuurd.

vrijdag 19 oktober 2007

Palet van Brabantse dans

Een file met auto’s voor de schouwburg in Tilburg, uit de auto’s steken nieuwsgierige gezichten. Tien dansers in nette pakken veroorzaken de opstopping. De mensen in de auto’s kijken verwonderd naar de gejaagde, elkaar beconcurrerende kantoormedewerkers. Het geheel vormt het voorprogramma ‘Wildmenspark; een gerende dansvoorstelling’ door Vloeistof. Het is een voorprogramma van het Gala van de Brabantse Dans.

Het Gala van de Brabantse Dans is een palet van Brabantse dansgezelschappen en biedt een unieke kans om te ‘proeven’ van de uiteenlopende stijlen en choreografieën. In het programma zijn zeven delen van choreografieën door zeven verschillende Brabantse gezelschappen bij elkaar gebracht, en het bevat voor ieder wat wils.


Een energiespetterende voorstelling van T.R.A.S.H. In dit deel dansen vier karakteristieke dansers een voorstelling met een explosieve hoeveelheid aan energie, een celliste aan de zijkant van het podium zorgt voor balans in de voorstelling door rustige muziek te spelen. In dit deel wordt heel wat afgeschreeuwd en gevaarlijke toeren uitgehaald.

Een aangrijpend duet ‘Odd’ van Panama Pictures. Het gaat over twee broers die afgescheiden van de buitenwereld leven. Ze hebben een hechte relatie en zijn volledig van elkaar afhankelijk, maar tegelijkertijd irriteren ze zich mateloos aan elkaar. Het is een intiem en aangrijpend duet, waarbij de twee dansers het verhaal dat aan de dansvoorstelling ten grondslag lag prachtig verwoorden.

Een grappige solo van Productiehuis Brabant. Het stuk wordt gewoonlijk gedanst in openbare ruimtes. Ook bij het Gala geen uitzondering: tijdens de pauze is de solo te zien in de foyer. Als we weer in de zaal zitten hoor ik een student van de dansacademie tegen een andere student zegen:’It was very funny and provocative’ en daar ben ik volledig mee eens! Laure Dever eet verveeld een bruine appel die ze zojuist uit haar tasje heeft geschud en het volgende moment ligt ze om zich heen slaand op de grond.

Er zijn minder geslaagde delen in het gala. Maar over die delen hoor ik na de voorstelling ook enthousiaste verhalen. En dat is ten slotte toch het doel: een rijsttafel waarbij iedereen pakt wat hij lekker vindt.

vrijdag 12 oktober 2007

‘Sinfonia Eroïca’: een spetterend waterballet

Met mijn dansgroep fiets ik na de dansles verwachtingsvol naar het theater. We gaan naar de dansvoorstelling ‘Sinfonia Eroïca’ van Michèle Anne de Mey. De voorstelling vindt plaats in de dansweek Brabant en in het kader van deze dansweek kunnen we als ‘aperitiefje’ de productie ‘Dans Connected’ van amateur-dansers bekijken.

Als de lichten op het podium aangaan, blijkt dat ik de productie van ‘Dans Connected’ al een keer gezien heb. Net zoals de eerste keer ben ik het meest onder de indruk van ‘Onderhuids’ van Sacha de Graaf. Een schitterende choreografie waarin ook theater een rol speelt. Ik vind dat de amateur-dansers het heel goed doen en het vormt een veelbelovend begin van de spetterende avond.


Als we een uur later de grote zaal van het theater binnen lopen voor ‘Sinfonia Eroïca’ is het net of het decor nog niet is opgezet. Er hangt een kabelbaan, er liggen kledingstukken her en der verspreid over het toneel en ongebruikte stoelen voor in de zaal staan tegen de achterkant van het toneel. De voorstelling heeft de sfeer van een repetitie, momenten van dans en niet-dans worden afgewisseld en ook de formaties waarin de dansers dansen veranderen voordurend. Een betere uitleg nog voor de sfeer is dat van een spel, eerlijk, spontaan en vrolijk. Het was iets wat ik allerminst had verwacht, maar het zorgt voor een verrassende en uitbundige voorstelling! De muziek die klinkt is een combinatie van twee klassieke muziekstukken: de derde symfonie van Beethoven (Eroïca) en Mozarts opera Bastien und Bastienne. De voorstelling gaat vooral over de liefde. Ontmoetingen zijn intens en vluchtig: een spel van aantrekken en afstoten. En als spectaculaire afsluiting een spetterend waterballet.

Onze dansgroep is na de voorstelling enthousiast en we gaan opgewekt onze jassen halen. Terwijl we naar de garderobe lopen hoor ik een jongen, die de voorstelling voor het vak culturele en kunstzinnige vorming ‘moet’ bekijken, zeggen: “Ik had oogcontact met die chick in dat rode jurkje, dat was een lekker wijf, joh!” Tja, die heeft weinig van de voorstelling begrepen, en misschien op zijn manier toch weer helemaal: de voorstelling ging ten slotte over liefde.

Intieme rituelen van tijd

‘Ik kan de voorstelling niet uitleggen’, zegt de Roemeense danser en choreograaf Edward Clug. Jan Zobel houdt een inleiding voor de voorstelling van ‘Le Sacre du Temps’ van Station Zuid en heeft daarbij de choreograaf van de avondvullende voorstelling uitgenodigd om de voorstelling een beetje uit te leggen. Maar hij is stellig: ’Je moet de voorstelling zelf zien en voelen’.

De lichten in de zaal gaan uit en het gordijn schuift open. De zaal is stil van verwachting, twee dames van middelbare leeftijd, die in de rij voor me zitten, blijven echter maar kletsen. Ik heb al keer geïrriteerd gezucht als ze eindelijk ophouden. De voorstelling begint dan ook niet met groot spektakel: je ziet dansers bewegen, maar eigenlijk ook niet: ze bewegen zich uiterst subtiel en geruisloos. Maar ook dat is deel van de voorstelling. De voorstelling hoeft ten slotte niet altijd te beginnen met hoge sprongen en veel spektakel.

De voorstelling ‘Le Sacre du Temps’ is gebaseerd op de beroemde uitvoering ‘Le Sacre du Printemps’ van Igor Stravinsky. ‘Le Sacre du Temps’ gaat over tijd: het eerste deel van de voorstelling gaat over het tekort aan tijd en het tweede deel gaat over tijd op het emotionele niveau met individuele impulsen. Het element tijd zie je vaak terug komen in de choreografie en het decor. De dansers bewegen zich regelmatig als een tikkende klok op en neer.


En een bundel licht vanuit het decor beweegt zich langzaam – als een klok - van de ene kant van het toneel naar de andere kant. Het eerste deel van de voorstelling wordt gekenmerkt door herhaling, gewenning en controle. Het tweede deel van de voorstelling zien we impulsen, de dansers lijken af en toe geen controle te hebben over het lichaam, lichaamsdelen lijken als vanzelf te leven. Ook de muziek van de Sloveense componist Borut Krzišnik speelt een belangrijke rol. De muziek is experimenteel en erg bepalend voor de voorstelling. Als de muziek opzwepend is, dan dansen de dansers krachtiger maar ook worden de bewegingen meer staccato en minder vloeiend.

En het is waar: de voorstelling behoeft geen uitleg van de choreograaf. Al hoor ik in de pauze een bezoeker tegen haar vriendin zeggen: “Ik snap het decor niet, jij wel?”

Station Zuid, Sacre du Temps
Choreografie: Edward ClugDans: Mirjana Doric,
Heleen van Gigch, Christian Guerematchi, Gaetano La Mantia, Catarina Meneses, ideon Poirier, Mirjana Pop Aleksova, Sascha Vincke, Marieke van Delft
Balletmeester: Andrew Greenwood
Decor- en kostuum ontwerp: Nota Bene Muziek: Borut Kržišnik
Gezien Theaters Tilburg, 9 oktober



zondag 7 oktober 2007

Flex: met hoge pumps van de roltrap

Achter een groot hart lopen we - in een kunstprocessie - verwachtingsvol van Theater de Nieuwe Vorst naar het hoge kantoorgebouw van Interpolis om "Flex" op lokatie te gaan bekijken.

‘Veel’, zo kun je de voorstelling “Flex” in het Interpolis gebouw in Tilburg het beste karakteriseren. Het is een wervelende voorstelling waarin theater, dans en het kantoorleven elkaar ontmoeten: met hoge pumps wordt er van de roltrappen gerend, een vrouw in een enorme ballon, ruziënde collega’s om een bankje en een meisje slapend op de schouders van een grote man.

In een rondleiding loop je langs verschillende stukjes dans en theater. Er is zoveel te zien dat je af en toe niet weet waar je naar moet kijken. Mooi is het daarom, dat er midden in de voorstelling verstilde momenten zijn aangebracht. Op rustgevende muziek danst een vrouw onder bellenblaasbellen, het is een liefelijk en bijna breekbaar moment. Ook de herhaling in de voorstelling is erg belangrijk: het zorgt voor meer rust in de voorstelling en is bovendien typerend voor het kantoorleven. Wat vooral erg sterk is van de voorstelling zijn de mooie beelden, die je na de voorstelling het meest bijblijven.

“Flex” door Centrum voor Amateurkunst Noord-Brabant i.s.m. Kunstfactor Theater

Choreografie Hans Maas en Stefan Ernst
Muziek Youcho mixed media design & performance
Gezien op 6 oktober 2007

vrijdag 21 september 2007

The red shoes, om bij weg te dromen

Je ziet een schittering in de ogen van impresario Boris Lermontov: hij ziet een primaballerina in Victoria Page. Zij zal zijn nieuwe muze worden.


De film begint, als de heer Lermontov wordt uitgenodigd op een feestje, maar vervolgens weigert naar een dansstukje van Victoria Page te kijken. Hij heeft “toegestemd om naar het feestje te komen, maar niet naar een auditie.” Dan vraagt hij aan Victoria Page wáárom ze wil dansen? Zij stelt dan de vraag: waarom wilt u leven? Als de impresario dát hoort, besluit hij haar toch een kans te geven. Victoria Page heeft een afspraak met Boris Lermontov, ze is dan nog naïef. Maar ze merkt al gauw dat ze niets cadeau krijgt en dat ze op ieder moment uit de danswereld kan worden gezet. Componist Julian Craster is evenmin bekend met de harde theaterwereld maar leert hem snel genoeg kennen. Dan komt de schittering in de ogen van de impresario: het moment waarbij hij in een naïef meisje een prima ballerina herkent. Hij geeft haar een hoofdrol in de voorstelling ‘The red shoes’ waarvan Julian Carter de componist is. Boris Lermontov vraagt het uiterste van zijn danseressen en wanneer Victoria verliefd wordt op Julian kan hij dat niet verdragen. Victoria moet kiezen tussen haar grote liefde en dans. Een dilemma dat uiteindelijk leidt tot zelfmoord.

‘The red Shoes is een dramatische film met als hoogtepunt een speciaal voor de film gecreëerd ballet, waarin de academische techniek prachtig wordt toegepast. Het is een film die al bijna zestig jaar oud is, maar helemaal niet gedateerd. Sprookjesachtig met technische hoogstandjes, een mooie film om bij weg te dromen.

The Red Shoes uit 1948 werd geregisseerd door Michael Powel en Emeric Pressburger. Het verhaal is gebaseerd op het beroemde sprookje 'De Rode Schoentjes' van Hans Christian Andersen.

Xandry’s filmrapport: plus twee spitzen
(op een schaal van min drie spitzen tot plus drie spitzen)

zondag 16 september 2007

Meester-choreograaf buigt verlegen

Na de prachtige première van het Hans van Manenfestival sta ik genietend van een glas champagne tussen koningin Beatrix en de meester-choreograaf Hans van Manen. We bespreken de voorstelling, de dansers en danseressen hebben prachtig gedanst. Hans van Manen legt zijn balletten uit. Ik heb me al maanden op de voorstelling in het Amsterdamse Muziektheater verheugd en… heb écht gedroomd van de koningin als ik ontwaak op de dag van de voorstelling.

De choreografieën die op deze tweede avond van het Hans van Manen Festival gedanst worden zijn: simple things, two pieces for HET, metaforen, trois gnossiennes, grosse fuge en sarcasmen. Met verschillende gezelschappen, het Nederlands Dans Theater, het Nationale Ballet, het Ballet van het Marijinski Theater en het San Fransico Ballet. Voor de voorstelling eet ik bij Nam Kee, heerlijke gamba’s met broccoli. Een feestelijk begin van een feestelijke avond.

De voorstelling begint met metaforen, ontzettend indrukwekkend. Een enorme zaal met een immens groot podium en een imposant decor. Ik ben erg onder de indruk, alleen al door de grootsheid van de zaal en het decor. Na metaforen is het pauze, als ik weer op mijn plaats zit en de zaal inkijk, blijkt midden in de zaal Hans van Manen te zitten! Gewoon tussen alle andere bezoekers kijkt hij naar zijn dansers. De volgende choreografie is simple things. Volgens een recensie in het NRC is dit niet eens een van de beste werken van van Manen, ondanks dat vind ik het prachtig: de dansers en danseressen doen het perfect. De dansers ‘spelen’ met het publiek, ze verleiden de zaal: je móet gewoon naar ze kijken.

Verassend is sarcasmen. Hoewel Hans van Manen geen drama wil in zijn voorstellingen komt het hier voor! Het wordt voortreffelijk gedanst door Igone de Jongh en Artem Yachmennikov. Het spel is voor mij echter net iets té gespeeld. En wat een geweldig contrast bij het applaus: Igone de Jongh lacht oprecht, ze is dankbaar en je ziet de vrouw achter de danseres. Prima ballerina Uliana Lopatkina voert echter tijdens het applaus nog steeds een drama op, je ziet de mens achter de danseres niet. Het geeft mij een onaangenaam gevoel, ze heeft hard gewerkt en ze mag laten zien dat ze trots is!



Ten slotte wordt grosse fuge gedanst. Het is zo’n mooie choreografie dat ik echt ontroerd ben. Als de dansers en danseressen buigen voor het overweldigende applaus, wordt Hans van Manen op het toneel getrokken, hij lijkt bijna verlegen. Hij buigt samen met de dansers van het San Fransisco Ballet en rent dan zo weer het podium af. Ik zat dus niet naast de koningin. En stond niet na de voorstelling onder genot van een glas champagne in gesprek met Hans van Manen. Maar ik zit wel gelukkig te zijn met een flesje Fanta in de trein, onder de indruk van prachtige balletten.

Zelf stukjes van het ballet zien? Klik dan via de link op deze blog door naar het Hans van Manen Festival, 'festival', 'programma's' en daarna op 'video'.

En bekijk Hans van Manen op TV. Op zondag 30 september wordt het NPS-programma Arena live (Nederland 2, van 17.00 tot 19.00 uur ) uitgezonden vanuit Koninklijk Theater Carré, waar die dag 3 balletten van Hans van Manen te zien zijn.

zondag 9 september 2007

Er blijft toch een raadsel over

“Mijn leven lang is mij gevraagd naar de betekenis van wat ik maak. Hier kan ik nooit antwoord op geven.” Zo begint het boek ‘Tot u spreekt… Hans van Manen, bijzonder hoogleraar’. Het is een boek gebaseerd op de tien colleges die Van Manen gaf als bijzonder hoogleraar ‘Kunst en Cultuur’ aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. In de colleges vertelt Hans over dans, daarbij neemt hij steeds een van zijn balletten als uitgangspunt. Door te vertellen hoe zijn balletten in elkaar zitten en ze te tonen, probeert hij de mensen te laten begrijpen waar ze over gaan. Ook schetst hij talrijke aspecten van zijn werk als choreograaf. Een goed boek om meer van het werk van de meester choreograaf te begrijpen.



"Dans drukt dans uit, en verder niets”, is een van de bekendste uitspraken van Van Manen. Een opmerkelijk statement, waarmee ik het aanvankelijk niet eens was. Als ik echter enige citaten lees die de uitspraak verduidelijken, snap ik pas wat er met de zin bedoeld wordt. Van Manen houdt niet van drama en heeft ook geen boodschap in zijn balletten: “In een choreografie moeten dingen ‘zin’ hebben, het moet controleerbaar zijn waarom je dingen doet. Dingen moeten functioneel zijn, anders zijn ze niet interessant. Als een choreografie een dramatisch verloop heeft, dus van punt naar punt gaat, en ook wezenlijk eindigt dan is er dramatiek die goed is.” Je danst dus met een bepaalde intentie. Elke danser interpreteert de choreografie op zijn of haar eigen manier. Je danst als vanzelfsprekend met een bepaalde intentie, zonder dat er persé een verhaal of bedoeling achter moet zitten. Het klopt, denk ik na het boek gelezen te hebben, dans drukt dans uit, en verder niets.

Van Manen benadrukt het belang van samenwerking van dansers met choreografen. “Ik blijf tijdens een repetitie nooit op de stoel zitten, en doe alle passen voor. Balletmeesters en choreografen die dat niet doen, wantrouw ik ten zeerste. Thuis balletten maken, dat kan niet. Balletten moet je maken in een studio, die moet je maken met dansers. Het is een samenspel, ik zou mijn balletten nooit zelf kunnen dansen, ik doe het voor, maar ik ben absoluut afhankelijk van de uitvoerenden met ieder zijn eigen inbreng.”

“Geniale dingen zijn raadselachtig”, zegt van Manen. “ Je snapt helemaal wat je ziet, maar er blijft toch een raadsel over. Goede dingen hebben altijd een raadsel. Dat raadselachtige, dat is ook god zij dank niet op te lossen.”

Tot u spreekt… Hans van Manen, bijzonder hoogleraar.
Onder redactie van Dorine Lustig.
Méér weten en zien over Hans van Manen: http://www.eenlevenlangtheater.nl/hans%20van%20manen/


Foto Hans van Manen: Erwin Olaf

woensdag 5 september 2007

Love is in the air!

Er klinkt een ronkende vliegtuigmotor. Een miniatuur vliegtuigje rijdt over een Skate baan in Oosterhout en tegelijkertijd komt een vrolijk toeterende mini-cooper het terrein oprijden, er stappen vier danseressen en drie skaters uit.

Het dansgezelschap Dansnest geeft samen met vier skaters een buitenvoorstelling in Oosterhout, de locatie is een skate baan. De voorstelling heet ‘Lager’ en heeft alles te maken met vliegen. In de voorstelling wordt moderne dans en skaten gecombineerd. De voorstelling beeldt een verhaal uit; het is een vliegtuigvlucht van vertrek tot aankomst. In ‘Lager’ worden danseressen stewardessen en skaters piloten. De voorstelling zit vol verassende elementen. Geluiden van een vlucht zijn op een creatieve manier in ‘Lager’ verwerkt: de voorstelling begint met ronkende vliegtuigmotoren en even later klinken instructies hoe het zwemvest vast te maken en een luchtmasker moet worden opgedaan. Ook in de choreografie, kostuums en rekwisieten is duidelijk goed nagedacht over het thema. De choreografie is origineel en erg leuk, ook hier zijn weer duidelijke verwijzingen naar het vliegtuig te zien. Als kostuum hebben de danseressen rode jurkjes aan en de skaters wijde overhemden. Trolleys en dienbladen vol eten zijn rekwisieten. Een stewardess raakt verliefd op een piloot: Love is in the air!

Na ‘Lager’ vindt er een battle plaats tussen moderne dans en breakdance. Twee danseressen van Dansnest nemen het op tegen drie breakdancers. En hoewel de combinaties mooi zijn en ook op een mooie manier worden gedanst, overtreft de moderne dans, de breakdance niet. Dat is niet omdat de danseressen slechter zijn, maar omdat de moderne dans zich naar mijn mening niet leent voor een battle. Bij een battle gaat het om spectaculaire bewegingen, een salto of iets dergelijks. Gelukkig dat bij andere gelegenheden de moderne dans beter tot z’n recht komt, zoals bij ‘Lager’. Een verassende en originele voorstelling.

woensdag 15 augustus 2007

Wiskundig dansen

Zondag vier augustus sta ik met dansvriendinnen Elske en Jonna en elf andere dansers bij de grote theatertent van Buitenkunst aan het Randmeer in Dronten. We hebben ons allemaal opgegeven voor de werkweek ‘De Gulden Snede’ en zullen een week samen gaan dansen. Dit is de eerste keer Buitenkunst voor mij en ik weet dus niet goed wat ik kan verwachten, het leeftijdverschil blijkt nogal groot te zijn (van 16 tot ongeveer 50 jaar) en ik vraag me af of dat geen problemen gaat opleveren. Onze lerares deze week is dansdocente Relinde Moors, ze is nog jong en oogt erg enthousiast.

Na een rondje kennismaking (vertellen wie je bent en wat je aan dansen doet of hebt gedaan) beginnen we met yoga, waar we vervolgens elke dag mee zullen beginnen. Ook krijgen we een beetje uitgelegd dat de Gulden Snede als principe van de week gaat dienen en dat Anne Teresa de Keersmaecker (foto rechts) daar mee heeft gewerkt in haar choreografieën. ’s Avonds kijken we als voorbeeld van zo’n choreografie naar de voorstelling ‘Rosas danst Rosas’.


De eerste twee dagen doen we vooral veel oefeningen en improvisatie. Ondanks dat ik elke morgen met spierpijn uit de slaapzak stap ga ik met erg veel plezier naar de lessen, waar ik erg veel leer. De dagen daarop krijgen we combinaties aangeleerd, en de titel van de werkweek begint langzaam vorm te krijgen: het is wiskunde wat eraan te pas komt! Het principe van de Gulden Snede (links) en de rij van Fibonacci (midden) komt in onze dans terug in ruimte, tijd en dynamiek. Ter verduidelijking tekent Relinde de dans in grafieken op een bord en ik krijg toch het nare gevoel in een wiskunde les beland te zijn. Op het podium wordt een gulden snede vlak getapet. Er zijn veel ‘spelregels’ waaraan we ons moeten houden om het principe van de gulden snede en de rij van Fibonacci niet te overtreden: we moeten met een bepaald aantal dansers, een bepaalde tijd en een bepaalde kracht dansen. Het klinkt wiskundig en (in ieder geval mij) vreselijk in de oren. Maar het tegendeel is waar: het was fantastisch! Vooral toen Relinde de combinaties in een compositie zette, het werd een prachtige choreografie met wiskundige principes.


Aan het einde van de week hebben we met onze groep een mooie voorstelling en Relinde is er blij mee. En hoewel de voorstelling niet perfect ging, zoals we hadden gepland, was het publiek erg enthousiast. Iemand vond de dans zelfs de beste dans in 11 jaar. Ondanks de titel van dit artikel, die misschien saai of moeilijk klinkt, was de week super afwisselend en leuk, een week waarin leeftijd- en niveauverschillen wegvallen en de groep samen met een lieve lerares een mooie voorstelling heeft gemaakt.
De foto's uit de fotocollage zijn gemaakt door Jasmijn Cedée.

Lieve rotzak

‘Wat een rotzak!’ dacht ik toen ik de eerste paar hoofdstukken van het boek ‘Noerejev, Het spoor van een Komeet’ van Rudi van Dantzig las. Noerejev kwam bijna constant te laat in repetities. Dan begon hij geheel in zichzelf gekeerd oefeningen te doen, die totaal niet aansloten op waar de groep mee bezig was. Dat moet zeer irritant en afleidend geweest zijn voor de andere dansers. Ook het publiek liet hij soms wel een half uur op hem wachten. Hij had bovendien een totaal onvoorspelbaar humeur, hij kon gedienstig en prettig zijn om mee te werken, maar ook verschrikkelijk gehumeurd en arrogant. Noerejev was een echte klassieke danser, die het liefste danste volgens de klassieke ballet regels met veel drama. Hij was onhandig en weinig vindingrijk als het ging om andere dansvormen. Hij kon dan ook heel koppig zijn: als hij in zijn moderne dansen werd verbeterd (wat toch onvermijdelijk is in de balletwereld) maakte hij vaak een overdreven karikatuur van de beweging die hem werd voorgedaan en vroeg dan erg sarcastisch of dát goed was.
Maar toch ga je gaandeweg door het boek van hem houden: hij is onuitstaanbaar maar tegelijkertijd heel aardig, soms lijkt hij zelfs onzeker. Rudi van Dantzig schrijft, dat Noerejev niet net zo depressief of teneer geslagen kon zijn als andere dansers omdat hij onder zijn niveau had gepresteerd. Maar aan het einde van het boek als een veel jongere danser met logischerwijs veel meer kracht voor hogere sprongen en meer pirouettes naast Noerejev danst, zegt Noerejev dat dat niet betekent dat hij een betere danser is. Het is ontroerend: Noerejev wás vroeger die danser, geprezen door zijn technische hoogstandjes en hoge sprongen. Hij wordt in de strijd verslagen door een jongere danser. Het is pijnlijk te lezen, hij is voor mij een held geworden. Niet door de technische hoogstandjes of het prachtige dansen, maar door de figuur zelf. Met zijn onmeetbare discipline en wilskracht heeft hij avond aan avond gedanst. Hij was een ster in zijn vak maar tegelijkertijd een hel om mee te werken. Hij was een lieve rotzak.


Noerejev, het spoor van een komeet
Rudi van Dantzig, Gaillarde Pers

vrijdag 3 augustus 2007

De magie van het theater ontrafelen?

In het Burcardo theatermuseum in Rome is veel te zien: van kostuums tot schilderijen, foto’s, poppen en theaterscripts. In een theatermuseum laat je de magie van het theater zien of voelen.
In dit museum proberen ze dat door een heel veelzijdige collectie tentoon te stellen.

Het Burcardo museum laat vooral veel personages zien, bijvoorbeeld de stamvader van de Nederlandse Jan Klaassen: Pulcinella. Het is een van de vaste personages van Commedia dell’arte. Commedia dell’arte is een Italiaans geïmproviseerd toneel type dat vooral in de 16e tot de 18e eeuw werd gespeeld. De komedies werden altijd gespeeld door dezelfde personages met dezelfde soort kleding. Pulcinella zit vol van fantasie en is zeer creatief. Hij vervult de rol van zanni: een komische bediende. En eigenlijk is Pulcinella mysterieus en vol tegenstellingen. Sarah Bernhardt was ook een karakter op zich, mysterieus en vol tegenstellingen en ze speelde natuurlijk in Rome. Bovendien zijn er veel portretten en theaterfoto’s te zien van haar beroemde Italiaanse tijdgenote Eleonore Duse (illustratie rechts).


In Rome zijn schitterende marionetten te zien: stuk voor stuk poppen met véél karakter en prachtige personages. Personages en karakters dragen voor een deel bij aan de magie van het theater. Personages die nog duidelijker naar voren komen met kostuums, decor en tekst. Het is allemaal te zien in het Burcardo Theatermuseum. De veelzijdigheid van het museum zorgt er dus voor dat bijna alle elementen die bijdragen aan de magie van het theater ‘ontrafeld’ zijn.

Maar de magie van het theater blijft toch onbereikbaar. Gelukkig! Als ik een avondje naar theater ga, hoop ik verrast, ontroerd, geamuseerd of op welke manier dan ook geraakt te worden. Ik zou het verschrikkelijk vinden om precies te weten hoe de magie van het theater ontstaat. Het zijn ontzettend veel elementen die ertoe bijdragen, het is simpelweg niet in één museum samen te vatten ook niet door een enorme veelzijdigheid. Zelfs het publiek werkt mee aan de magie, daardoor is het elke voorstelling weer de vraag hoe de voorstelling zal uitpakken. Elke voorstelling is uniek met zijn eigen magie.

Het Burcardo Theatermuseum ligt vlak bij het Theatro Argentina waar veel beroemde opera’s in première gingen. Via del Sudario 44, Rome. (In augustus gesloten).

donderdag 2 augustus 2007

De dansende non

In een zijstraatje van een zijstraatje in Rome, achter een deurtje dat meer weg heeft van een deur van de bezemkast dan dat van een restaurant, ligt een restaurant gerund door nonnen. De menukaart bestaat grotendeels uit Franse gerechten en de nonnen zelf dragen vrolijke Afrikaanse kleding. We worden door een vriendelijke non naar een tafel geleid. In het restaurant zijn allemaal verwijzingen naar het geloof te zien, zo hangen er schilderijen van Maria. Aan de tafel naast ons zitten drie zusters met een echtpaar. De man van het gezelschap is de trotse opa van een pasgeboren kleinzoon. Hij laat apentrots een foto van zijn kleinzoon zien op zijn mobiele telefoon, die hij vervolgens verschillende keren kust. Het is mij niet helemaal duidelijk of hij wel weet hoe de telefoon werkt; als de telefoon afgaat, verstopt de gloednieuwe opa hem onder zijn servet.
Ik heb als voorgerecht een avocado garnalen salade besteld, en als hoofdgerecht tong met aardappelkroketjes. Het is lekker, maar niet verrassend. Wél verrassend is dat de gasten iets voor half tien een stencil krijgen met het Ave Maria erop. De nonnen zullen dat zo gaan zingen. Eén non heeft spitzen aan en danst het verhaal van Maria dat tegelijkertijd in het Italiaans wordt verteld. Na het vertellen van het verhaal zingt het hele restaurant uit volle borst het Ave Maria mee. Het was dan wel geen zwanenmeer zoals de non danste, het is duidelijk te zien dat zij de bewegingen zichzelf eigen heeft gemaakt zonder klassieke les, en ook het Ave Maria werd niet door Maria Callas gezongen, maar het was toch een leuk ‘toetje’.
Restaurant l'Eau Vive, Via Monterone 85 (gesloten in augustus). Zusters van een Franse religieuze orde brengen de klassieke Franse keuken op tafel voor een internationaal publiek; de opbrengst is voor de missie in Afrika en India.

maandag 23 juli 2007

Een vrijwillig leven op water en brood

‘Opnieuw! Ik zie geen verschil’, streng klinkt de stem van Hans van Manen. Gérard Lemaitre heeft de zojuist gekregen correctie niet goed geïnterpreteerd. De danser komt nu zelf in beeld:‘ Ik houd ervan om gepusht te worden’. En weer krijg je de repetitieruimte te zien waar Hans van Manen onverbiddelijk aanwijzingen blijft geven. ‘Dit wordt niks’ dacht ik nog, even later zie je het resultaat: een stukje uit de choreografie Evergreens verschijnt in beeld. Ik sta ervan te kijken: van Manen had gelijk! Alle correcties zijn door de danser nu perfect meegenomen. Het lijkt niet eens meer op wat er in de repetitie ruimte te zien was. Nu weet ik pas wat het ‘effect’ was waar hij over sprak: het stuk is briljant op het toneel.

In een ruimte verderop hoor ik een bekende melodie: De muziek van het zwanenmeer. Zoekend naar meisjes in witte tutu’s op spitzen, zie ik ineens een danser in baggy broek en een grote ketting. Zijn dansstijl is urban maar op de muziek van het zwanenmeer. Overdonderd blijf ik kijken. Het stuk heet ‘Zwanenmeer Bijlmermeer’, waarin jongeren uit de Bijlmer in contact komen met dansers van het nationale ballet. Het is verassend en origineel. Even heb ik spijt dat ik niet in de Bijlmer woon en aan deze fantastische productie heb mogen meewerken.

Maar wat misschien nog wel het meest verassend was, was een tutu. Niet een tutu van tule, maar een tutu van prikkeldraad. Deze hangt aan het plafond en niet ver van de tutu verwijderd is een beeldscherm te zien waarop een danseres de tutu draagt. ‘Levensgevaarlijk’ hoor ik achter me. Inderdaad! denk ik, maar geniaal tegelijk. Gracieus dansen blijkt met de tutu onmogelijk. De Afrikaanse en aardse manier waarop de danseres beweegt lijkt bij de tutu te horen. Hier hoort geen prima ballerina in, dat staat gewoon weg niet. De tutu krijgt op deze manier een hele andere betekenis: Niet het veder lichte, waarbij de ballerina’s in het zwanenmeer lijken te zweven op het toneel. De tutu krijgt iets beklemmends alsof de danseres gevangen zit.

De tentoonstelling Dansen! in het theater instituut is veelzijdig: van de spitzen van Anna Pavlova tot een likeur met een ballerina erin. Van een tutu van prikkeldraad tot Lucia Marthas, die vertelt over het leven van een danser of danseres. Vaak is het moeilijk een danseres te zijn. Weinig geld, zware trainingen. Een vrijwillig leven op water op brood. En alle dansers zeggen volmondig ‘Ja!’ op de vraag of het het allemaal waard is.

De tentoonstelling Dansen! is in het theater instituut in Amsterdam nog te zien tot 11 mei 2008. Hieronder vind je een link naar de site van het theater Instituut: ‘Dansen!’.

http://www.theaterinstituut.nl/nl/theatermuseum/theatermuseum/actuele_exposities/dansen

donderdag 19 juli 2007

De kunst van het doen alsof

Ik kende Sarah Bernhardt alleen van een gedicht geschreven door Hans Vlek. Een gevelgedicht in Den Bosch. Het staat op de zijgevel van een restaurant geschilderd:


Als ik sterf
dan liefst
zoals
Sarah Bernhardt.
Theatraal
groots,
ontroerend.
En dan
weer opstaan
voor de bloemen.


Deze week ging ik naar een tentoonstelling in het Joods Historisch Museum: ‘Sarah Bernhardt, de Kunst van het Grote Drama’. Sarah Bernhardt werd voor mij meer dan een gevelgedicht, ze kreeg een gezicht.





De knappe actrice Sarah Bernhardt (1844-1923) was mysterieus en veelzijdig. Op de tentoonstelling zie je alles terugkomen: de mythe dat ze in een doodskist sliep om zich beter in een toneelrol te kunnen inleven, tot karikaturen van een geldwolf met een grote neus.
Bernhardt was een meester in het sterven op toneel. Ze heeft het vele malen gedaan en het was eigenlijk tijdens elke voorstelling vaste kost. De kunst van het doen alsof, de kunst van elke keer sterven (en opstaan voor de bloemen). Sarah was een ster op het toneel en ook daarbuiten. Ze was een multi-talent, ze was buiten actrice ook beeldhouwer, schilder, ondernemer en model. Ze kon veel, was geliefd maar tegelijkertijd omstreden. Een beroemdheid roept altijd mythes en verhalen op en is bovendien een ideale persoon om karikaturen van te maken. Ook nu nog worden er mythes rond beroemde mensen gevormd, denk alleen al even aan de vele roddelbladen die elke week weer de sappigste verhalen over hun beroemdheden paraat hebben. Bekende personen zijn voer voor karikaturisten.

Je kunt het zo gek niet bedenken of het is op de expositie te zien: haar spiegel, kleding, films, toneelfoto’s, geluidsopnames en reclames. Misschien wat chaotisch, maar toch denk ik dat het de beste manier is om Sarah Bernhardt weer tot leven te wekken. Ze was veelzijdig en dé superster van de 19e eeuw.

Xandry

De expositie duurt nog tot 16 september 2007 in het Joods Historisch Museum. Hieronder vind je een link naar de site van het joods historisch museum: ‘Sarah Bernhardt De Kunst van het Grote Drama’
http://www.jhm.nl/tentoonstellingen.aspx?ID=127

Foto: Andy Warhol portretteerde Sarah Bernhardt als één van tien beroemde Joden uit de 20e eeuw.