donderdag 31 juli 2008

“Een dorpsgek met succes”

Ik loop door een doolhof van verlichte steigers. In de binnenplaats van het Palais des Papes in Avignon is een enorme stellage opgebouwd. Die kan aan maar liefst 2.000 mensen plaats bieden bij voorstellingen en spektakels van het Festival d’Avignon. De voorstelling ‘Vallee 2008’ is een samenwerking tussen de succesvolle zanger Philippe Katerine en choreografe Mathilde Monnier. Het decor en de kostuums zijn heel eenvoudig: een fel gele vloer en een zwart achterdoek. De kostuums zijn helemaal zwart, wat later verandert in roze. Er blijkt tenslotte ook nog een enorme opblaasbare ballon op het podium te liggen.

Bij het ophalen van de via internet bestelde kaartjes op een mooie binnenplaats (Cloitre St. Louis), blijkt dat er binnen een half uur een persconferentie is over deze voorstelling. Dat wil ik wel meemaken. Op een kleine tribune neem ik plaats en probeer iets te volgen van de uitleg van Philippe Katerine en Mathilde Monnier. Als er vervolgens vragen uit het publiek komen, gaat het Frans me echt te snel: tijd om om me heen te kijken. Ik zie mensen in het roze, dat is het kenmerk van Philippe Katerine. Op de dag van de voorstelling blijkt dat de dansers gewoon in het publiek zaten!

J'adoreeeeeeeeeeeeeeeeeeeee / regarder danser les gens / ah j'y retourne souvent / au bar du louxor / regarder danser les gens / j'adore, j'adore, j'adore, j'adore, j'adooooooore

Dit is het begin van de tekst van het liedje waarmee Philippe Katerine het meest succes heeft. Het is dus niet zo gek dat Mathilde Monnier Philippe Katerine opneemt in haar rijtje van artiesten uit andere kunstdisciplines om mee samen te werken. In het liedje zingt Philippe dat hij er van houdt als mensen dansen. Hij danst zelf ook mee in de voorstelling. Mathilde Monnier danst in het begin van de voorstelling als zijn schaduw.

Ik weet na de voorstelling niet zo goed wat ik ervan moet vinden. Mathilde Monnier gaf aan dat ze niet wilde dat de voorstelling een reeks dansclips zouden worden. Toch vind ik dat de dans een beetje in de verdrukking is gekomen; ik had andere verwachtingen. Terwijl de rest van de tribune dubbel ligt van het lachen, bedenk ik mij dat het volgen van dat snelle Frans moeilijk is. Mijn broer heeft wél een duidelijke mening over de voorstelling: ‘Katerine is een dorpsgek met succes’. Misschien heeft hij wel gelijk….


Vallee 2008
Cour d’Honneur du Palais des Papes, 24 julliet 2008
Spectacle de et avec Philippe Katerine et Mathilde Monnier
Avec Julia Cima, Julien Gallée-Ferré, I-Fang-Lin, Éric Martin, Maud le Pladec
Assistant à la chorégraphie Herman Diephuis
Scénographie Annie Tolieter

Dreigende buschauffeur

Verbaasd kijk ik rond in Avignon. Het hangt hélemaal vol met affiches. Ik ben hier op vakantie en ga er een voorstelling bezoeken, tijdens het jaarlijkse festival. Het is een festival waarbij een maand lang elke dag dans, theater, muziek en cabaret te zien zijn, op allerlei verschillende plaatsen in de stad.

Al snel wordt mijn verbazing overtroffen door iets anders. Tijdens de lunch op een terras krijgen we ook ‘amuses bouche’ van theatervoorstellingen: voorproefjes, stukjes uit voorstellingen of gewoon verklede mensen die je allemaal lekker proberen te maken voor hun voorstelling. Er moet hard gewerkt worden voor toeschouwers! Terwijl ik een salade eet, komen er minstens 5 ‘proppers’ voor voorstellingen aan onze tafel staan. Ik heb weliswaar zes jaar Frans gehad op school maar toch begrijp ik vrij weinig van wat ze zeggen. Ik knik gewillig en ik begrijp in ieder geval dat hun stukken de moeite waard zijn te gaan bekijken. Ze vertellen allemaal bevlogen over hun voorstelling. De straat waar we zitten is afgesloten, alleen voor bussen en taxi’s worden de hekken geopend. Als een buschauffeur niet verder kan rijden vanwege zo’n voorstelling, komt hij heel dreigend op een van de dansers af. Ze gaan gauw aan de kant en laten de bus erlangs. De chauffeur zal de ophef rondom het festival maar niks vinden.

zondag 20 juli 2008

Nicolaas Wijnberg: veelzijdige mopperkont

Dagdromend sta ik voor decor en theaterkleding schetsen van Nicolaas Wijnberg: ‘Wat zou ik deze werken graag in mijn kamer hebben hangen!’. Hoewel de schetsen niet gemaakt zijn voor een expositie, zijn ze stuk voor stuk kunstwerkjes op zich. In het Theater Instituut is een expositie over Nicolaas Wijnberg. Hij heeft als productiedramaturg veel decors, kostuums en affiches gemaakt. Maar buiten productiedramaturg, was hij ook (en misschien nog wel meer) schilder, graficus, beeldhouwer en illustrator. Ook in het Theater Instituut is deze veelzijdigheid te zien: strakke en eenvoudige decors, maar ook overdadige en barokaandoende decors.

Nicolaas Wijnberg was een mopperkont. Naast de lofbetuigingen over zijn prachtige werken, zijn er ook heel andere geluiden te horen. Hij zou een echte doordrammer zijn geweest. Het werd wat hij wilde en daar werd niets aan veranderd! Zolang hij het er niet mee eens was.
Zo schrijft Jeroen Krabbé over zijn herinneringen aan Nicolaas Wijnberg:
“Als ik terug denk aan de decors en kostuums van Nico, heb ik beeldschone, fantasierijke toneelbeelden voor ogen. Die altijd op mijn netvlies zullen blijven staan. Ik heb wel gezien dat acteurs ten onder gingen aan zijn scheppingsdrang en slachtoffer werden van zijn ongekende fantasie- want het moest wél doorgaan zoals Nico het wilde. Zo voelde de acteurs van het narrenkoor in Websters ‘De hertogin van Malfi’ zich flink ongelukkig in hun outfit. Ik kwam er als Daniel de Bosola in een soepel zeemleren pak makkelijk van af. Zij werden wit geschminkt en in reusachtige bolvormige witte pakken gehesen waarin zij min of meer gevangen zaten. Met enorme narrenkappen met belletjes op en tootschoenen aan met wel punten van wel vijftig centimeter lang. Lopen in die dwangbuizen lukte maar nauwelijks. Natuurlijk kwam er commentaar: wat zij hierin moesten. ‘Wij zijn toch volwassen mannen Nico, met vrouw en kinderen thuis!’ Het was bizar – alsof er een optocht grote witte, bepuntmutste aardappelen het toneel op flapperde (zie foto). Achter de schermen stond een evenwichtsbalk waarop zij konden zitten en voor zover hun pak het toeliet door een rietje iets konden drinken. Toen Hans Kemna als de hoveling Delio in een paarsig renaissancekostuum- inclusief maillot met één paars en één groen been in lange puntschoenen- van onder een enorme hoed tijdens een toneelrepetitie vertwijfelt de zaal in riep: ‘Nico , dit kán toch niet, wat moet ik hier in godsnaam mee?’, klonk vanuit het duister het onvergetelijke antwoord: ‘Hans, jij vertegenwoordigt hier het ontwaken van de renaissance…’ En zo werd er verder gespeeld. Dankzij de visuele terreur heeft Nico adembenemend mooie theaterbeelden gemaakt.”


Kleur op de planken, decors en kostuums van Nicolaas Wijnberg
Nog te zien tot 19 december 2008
Theatermuseum, Herengracht 168, Amsterdam
http://www.theatermuseum.nl/



Conservator Joke van Pelt schreef bij de tentoonstelling een boek met prachtige illustraties:
Een kleurrijke parade, de scenografie van Nicolaas Wijnberg


Formaat: 15 x 21 cm, Pagina's: 104, ISBN: 978-90-70892-89-0, Uitgever Theater Instituut Nederland. Verkoopprijs Euro 15. Verkrijgbaar in het TIN maar kijk ook eens op de website van de theaterboekwinkel (bij de links op deze blog).

vrijdag 18 juli 2008

Hoe verkoop je een bank?

Met een earl grey thee en lekkere chocolademuffin zit ik te genieten in het nieuwe Graphic Design Museum. Bladerend door een kunsttijdschrift. In het blad staan reclames voor luxe design banken. In één advertentie voor de Jorio Kama Sitra bank heeft een hond tegen de bank geplast. Het is een opgezette hond, hij ligt op de grond als een vloerkleedje! Juran Jorion, de grondlegger van het merk, zegt op zijn website: ‘Neem jezelf niet ernstig, anderen doen dat wel in jouw plaats.’ Dat is duidelijk te zien in de advertentie! De reclame past bij het merk.

Ook Cassina, een Italiaans topmerk, adverteert voor banken. Zij hebben een balletdanseres op de bank geplaatst. Een ingewikkelde houding, een been bijna in haar nek. Design should serve us rather than demand that we conform, staat boven de foto. Design zou ons eerder moeten dienen, dan dat wij onszelf aan het design moeten aanpassen. De danseres hoeft zichzelf niet in een dubbele spagaat te werken, de bank moet zich aanpassen. Hoe verkoop je een bank? Opvallende, verassende en vervreemdende reclame lijkt het antwoord te zijn.

Website Graphic Design Museum:
http://www.graphicdesignmuseum.nl/

donderdag 10 juli 2008

Geschift óf geniaal?





Tientallen jongeren met maar liefst 25 verschillende nationaliteiten staan in een gymzaal. Het is net een kippenhok! Het is de eerste dag van een project in Berlijn, waarbij 250 jongeren een choreografie zullen dansen. Op muziek van Igor Stravinsky’s Le Sacre Du Printemps, door de Berliner Philharmoniker met dirigent Sir Simon Rattle. De jongeren in de gymzaal zullen in 45 dagen een choreografie moeten aanleren.

45 dagen lang zal de hiphop veranderen in klassieke muziek en zal de breakdance veranderen in moderne dans. Een nobel, ambitieus en gewaagd project. Na het zien van het verloop van de eerste dag waarin de gymzaal spontaan in een kippenhok verandert, zou ik aan dit rijtje graag “geschift” toevoegen. Dit is onbegonnen werk. Dit gaat echt nooit lukken…
Toch zie je gaandeweg de sfeer onder de jongeren – veel uit achterstandswijken – veranderen van cynisch en rusteloos naar betrokken en serieus. Jongeren die voorheen niet naar klassieke muziek luisterden, luisteren nu naar ‘Le Sacre Du Printemps’ waarbij volgens een van hen “een half uur in tien minuten voorbij gaat.”

Als we de voorstelling zien, past geschift toch niet in het rijtje: geniaal past misschien beter. De voorstelling is danstechnisch niet heel moeilijk, en choreografisch niet erg complex. Maar de voorstelling moet je vooral zien als een geheel: de sfeer, de kleuren, de massale bewegingen en het plezier. Het belangrijkste doel van dit project lijkt gelukt te zijn. “Niet denken dat we alleen dansen…” zegt choreograaf Royston Maldoom. “Je kunt je leven veranderen met dansen!” Royston Maldoom zegt het niet alleen: de jongeren die serieus en goedwillend in de lessen staan, mogen met hem mee naar een amateur-dansgroep. Het is bijna pijnlijk om de jongeren te zien sukkelen binnen de amateur-dansgroep. Het is hartverwarmend als een meisje dan zegt “het ging niet slecht voor de eerste keer”. Ik zit breed glimlachend op de bank: díe zal doorzetten! En misschien gaat het echt lukken: dat ze haar leven verandert door dansen.

Xandry’s filmrapport: plus drie spitzen
(op een schaal van min drie spitzen tot plus drie spitzen)





Rhythm is it!
Een film van Thomas Grube en Enrique Sánchez Lansch
Op de DVD staat de documentaire én de uiteindelijke uitvoering.


Website van de film Rhythm is it!
http://www.rhythmisit.com/en/php/index_flash.php