De telefoon is onverbiddelijk. In ‘La Voix Humaine’ belt een man zijn ex-vrouw nog één keer op. Wetend dat de telefoon hen op een gegeven moment zal scheiden, zet de vrouw alles op alles om haar minnaar bij zich te houden. Haar man heeft haar verlaten en begint een relatie met een andere vrouw. Hij belt zijn ex voor de laatste keer op, om te horen hoe het met haar gaat. Ze toont zich dapper, het gaat goed met haar en ze heeft gezellig gegeten met haar vriendin. Langzaam blijkt echter hoe afhankelijk ze eigenlijk is. Ze heeft haar bestaansrecht aan hem verbonden en weet zich geen raad meer. Machteloos en kwetsbaar doet de vrouw verwoede pogingen haar man aan de telefoon te houden. Verzorgend en bezorgd spreekt ze met haar geliefde. Ze vertroetelt hem en legt de schuld van alles bij zichzelf. Zij wil dat hij zich beter gaat voelen en bij haar terug keert. Terloops blijkt echter haar werkelijke gemoedstoestand: ze kotst en loopt keer op keer tegen de muur op. We zien onmacht, wanhoop en verdriet.
Een rauwe voorstelling, waarin Halina Reijn een prachtige monoloog houdt. Ze spreekt aan de telefoon met haar fictieve tegenspeler. Op het toneel is een groot raam te zien waarachter zich een kamer verborgen houdt. Het is een appartement in een drukke stad, wanneer het raam wordt opengeschoven dringen de hectiek en bedrijvigheid van de stad als vage achtergrondgeluiden voorzichtig door. Jan Versweyveld heeft met de scenografie gekozen voor een heel sober en eenvoudig toneel. Het benadrukt het gemis van de geliefde en creëert een kille sfeer waarbinnen de zoektocht naar genegenheid een zinloze poging blijkt. Regisseur Ivo van Hove heeft in de voorstelling de nadruk gelegd op de tekst. De tekst van Jean Cocteau - vertaald door Peter van Kraaij en Halina Reijn zelf -staat centraal. Vaak ingetogen, maar op sommige momenten ook ernstig vervormd en bombastisch, als in een hallucinatie.
De telefoon is de vijand, er dreigt continue gevaar, het gevaar dat er aan de andere kant wordt opgehangen of dat de centrale hen zal afkappen. Maar ook een groot gedeelte van de tekst wordt uitgesproken zonder telefoon. Gericht naar het publiek zoeken gedachten, overpeinzingen en overwegingen naar een plek. Verwaarloosd en in een trainingsbroek met trui, laat Halina Reijn de wrange kant van de liefde zien. Ze toont daarbij allerlei emoties van verdriet, woede, onbegrip, angst en wanhoop tot bezorgdheid en liefde. Het grootste gedeelte van de voorstelling is ingetogen en klein, maar ook zijn er momenten van explosieve emoties en hysterie. Als zij tenslotte een mooie jurk aantrekt en de schuifpui voor de laatste keer open doet, dringt het tot de toeschouwer door: de verbinding is voor eeuwig verbroken.
Als het licht weer aangaat zien we een kwetsbare Halina Reijn. Dankbaar neemt ze het oorverdovende (en terechte!) applaus in ontvangst. In een interview met Vrij Nederland zegt ze: ‘Ik ben nu best zenuwachtig, normaal heb ik dat alleen op de première. Nu denk ik elke avond voor ik opga: “Oh help, straks zit er niemand in de zaal.” Maar als de zaal vol zit, is het wel kicken hoor. Voor het eerst dat mensen niet alleen voor Toneelgroep Amsterdam komen, of voor Ivo.’ Aandoenlijk en onthutsend mooi tegelijkertijd: een van de beste actrices die Nederland rijk is, staat zichtbaar aangedaan voor een klappend publiek.
Toneelgroep Amsterdam, La Voix Humaine
Gezien in stadsschouwburg Amsterdam, 17 oktober 2009
“Ik kan dat heel goed: marionetje spelen”
Vrij Nederland, 10 oktober 2009
Een rauwe voorstelling, waarin Halina Reijn een prachtige monoloog houdt. Ze spreekt aan de telefoon met haar fictieve tegenspeler. Op het toneel is een groot raam te zien waarachter zich een kamer verborgen houdt. Het is een appartement in een drukke stad, wanneer het raam wordt opengeschoven dringen de hectiek en bedrijvigheid van de stad als vage achtergrondgeluiden voorzichtig door. Jan Versweyveld heeft met de scenografie gekozen voor een heel sober en eenvoudig toneel. Het benadrukt het gemis van de geliefde en creëert een kille sfeer waarbinnen de zoektocht naar genegenheid een zinloze poging blijkt. Regisseur Ivo van Hove heeft in de voorstelling de nadruk gelegd op de tekst. De tekst van Jean Cocteau - vertaald door Peter van Kraaij en Halina Reijn zelf -staat centraal. Vaak ingetogen, maar op sommige momenten ook ernstig vervormd en bombastisch, als in een hallucinatie.
De telefoon is de vijand, er dreigt continue gevaar, het gevaar dat er aan de andere kant wordt opgehangen of dat de centrale hen zal afkappen. Maar ook een groot gedeelte van de tekst wordt uitgesproken zonder telefoon. Gericht naar het publiek zoeken gedachten, overpeinzingen en overwegingen naar een plek. Verwaarloosd en in een trainingsbroek met trui, laat Halina Reijn de wrange kant van de liefde zien. Ze toont daarbij allerlei emoties van verdriet, woede, onbegrip, angst en wanhoop tot bezorgdheid en liefde. Het grootste gedeelte van de voorstelling is ingetogen en klein, maar ook zijn er momenten van explosieve emoties en hysterie. Als zij tenslotte een mooie jurk aantrekt en de schuifpui voor de laatste keer open doet, dringt het tot de toeschouwer door: de verbinding is voor eeuwig verbroken.
Als het licht weer aangaat zien we een kwetsbare Halina Reijn. Dankbaar neemt ze het oorverdovende (en terechte!) applaus in ontvangst. In een interview met Vrij Nederland zegt ze: ‘Ik ben nu best zenuwachtig, normaal heb ik dat alleen op de première. Nu denk ik elke avond voor ik opga: “Oh help, straks zit er niemand in de zaal.” Maar als de zaal vol zit, is het wel kicken hoor. Voor het eerst dat mensen niet alleen voor Toneelgroep Amsterdam komen, of voor Ivo.’ Aandoenlijk en onthutsend mooi tegelijkertijd: een van de beste actrices die Nederland rijk is, staat zichtbaar aangedaan voor een klappend publiek.
Toneelgroep Amsterdam, La Voix Humaine
Gezien in stadsschouwburg Amsterdam, 17 oktober 2009
“Ik kan dat heel goed: marionetje spelen”
Vrij Nederland, 10 oktober 2009

Merce Cunningham bleef tot zijn dood actief en kennis overdragen.
Tenslotte bezoek ik ‘Niets is echt moeilijk’, van Theatergroep WAK. Een voorstelling die plaats vindt in - wat nog het meeste lijkt op - een grote houten blokkendoos. In de overvolle blokkendoos met toeschouwers, komen drie mannen binnen. Geschrokken van het publiek tonen de mannen hun kunstjes. Krampachtig en met de nodige podiumvrees voeren ze allerlei nutteloze acties uit. De drie acteurs zetten zonder woorden hulpeloze mannen neer, die van alles proberen en doen, maar niets wil echt lukken. Een zeer komisch en overtuigend trio, dat de karakters prachtig neerzet.





De geluidsman is de stille hoop, hij werkt met zendapparatuur en probeert zo contact te maken met de buitenwereld. De presentatrice daarentegen ratelt aan één stuk door, zo probeert ze haar angsten te maskeren. Weemoedige verhalen over Hollywood, over Julia Roberts die altijd acteert, zelfs als ze niet aan het acteren is, overstemmen het oorlogsgeweld. De verslaggeefster verlangt terug naar het oppervlakkige Hollywood bestaan, naar de altijd aanwezige nonchalance en de grote zonnebrillen. De cameravrouw is niet bang, ze is er heilig van overtuigd dat zij niet door het geschut getroffen zal worden, ze gaat naar buiten en doet verslag. Ze maakt beelden die misschien wel nooit aan de buitenwereld getoond zullen worden, maar waarom? Ze leeft vanachter een camera in constante strijd met zichzelf. Ze is met haar camera op zoek naar de werkelijkheid, maar hoe ver kan ze daarin gaan? Wat mag je in een oorlog eigenlijk filmen? Drie personages op zoek naar antwoorden: hoe moeten ze in een oorlog handelen? Het is een constante strijd: Hollywood of meedrijven op het echte leven? De regisseur Tanya Hermsen weet op een pakkende manier de personages neer te zetten.











